- vouloir
- vouloir1 [voelwaar]〈m.〉 〈formeel〉1 wil————————vouloir2 [voelwaar]I (de) 〈onovergankelijk werkwoord〉1 graag willen ⇒ genoegen nemen (met), accepteren♦voorbeelden:1 〈informeel〉 en veux-tu en voilà • in overvloed, zoveel als je maar wiltil ne veut pas de nos excuses • hij wil onze verontschuldigingen niet accepterenne pas vouloir de qn. • niets van iemand willen weten¶ en vouloir à qn. • het iemand kwalijk nemenen vouloir à qn. de qc. • iemand iets kwalijk nemenen vouloir à qc. • het op iets gemunt hebbenen vouloir à la vie de qn. • iemand naar het leven staan〈informeel〉 en vouloir • ambitieus zijnne m'en veuille pas, ne m'en veuillez pas 〈informeel〉, ne m'en veux pas, ne m'en voulez pas • neem mij niet kwalijkII 〈overgankelijk werkwoord〉1 willen ⇒ verlangen, wensen2 vragen ⇒ eisen, willen bezitten3 beweren♦voorbeelden:1 je vous voudrais plus attentif • ik zou wel willen dat u iets aandachtiger wasvouloir qn. heureux • iemand gelukkig willen zienveuillez poursuivre • wees zo goed om door te gaan〈spreekwoord〉 vouloir c'est pouvoir • waar een wil is, is een wegje voudrais vous y voir • ik zou u wel eens op mijn plaats willen zienvous l'avez voulu, bien voulu! • bent u nu tevreden?veux-tu bien sortir? • wil je wel eens vlug naar buiten gaan?je veux bien que tu aies raison • je kunt best gelijk hebbenmoi, je veux bien • mij bestsi vous voulez bien • als u het ermee eens bent〈informeel〉 nous, on veut bien • het is ons bestcomment voulez-vous que je fasse • wat kan ik eraan doenvouloir qc. à qn. • iemand iets toewensenvouloir du bien à qn. • het goede met iemand voorhebbensans le vouloir • per ongeluk, zonder opzetcomme vous voulez • zoals u wenstque tu le veuilles ou non • of je het nu wilt of nietque voulez-vous (que je fasse, que je dise)? • wat kan ik eraan doen?Dieu veuille • moge God het geven2 vouloir des preuves • bewijzen willen zienque me voulez-vous? • wat wilt u van me?, wat wilt u dat ik doe?¶ vouloir dire qc. • iets betekenenque veut dire ce gribouillis • wat moet dit gekrabbel voorstellen〈informeel〉 je veux! • nou en of!III se vouloir 〈wederkerend werkwoord〉1 willen doorgaan voor ⇒ zich wensen♦voorbeelden:1 il se veut brillant • hij wil graag schitteren¶ s'en vouloir de qc. • zichzelf iets kwalijk nemen, zichzelf iets verwijten1. mwil2. v1) graag willen, accepteren2) willen, wensen3) vragen, eisen4) beweren
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.